Rajasthan 2018

2018 Rajasthan

12-1-2018 Jaipur

Ik zit in de ochtendzon van mijn privebalkon in de Haveli net buiten de dagelijkse hektiek van de Pink City zoals het centrum van Jaipur wordt genoemd en vind eindelijk de rust om in wat woorden op een rijtje te zetten wat ons hier overkomt.
Vanochtend na het ontbijt zijn we terug naar het vliegveld gegaan en hebben twee dozen met fietsen meegekregen; de mijne staat inmiddels in Mumbai en komt waarschijnlijk vanavond.
Het lijkt erop dat we volgens plan morgenochtend weg kunnen gaan rijden.
Vannacht hebben we allemaal slecht geslapen met de verdwenen fietsen malend in het hoofd en ik heb zelfs een heel alternatief uitgewerkt met huurfiets voor India en nieuw te kopen exemplaar om op te sturen naar Cambodja.

Gisteren hebben we de intensiteit van de stad Jaipur al lopend en in de tuktuk volledig meegekregen. Als je het steegje van onze Haveli uitloopt sta je op de Indira Bazar, een straat waar, langs de winkels waar voornamelijk kleren worden verkocht, alle verkeer - wandelaars, fietsers, handkarren, tuktuks, brommers, motoren en auto’s - zich tegelijkertijd vanuit twee richtingen door de 5 meter brede straat tracht te persen, dat alles geheel volgens het recht van de sterkste en brutaalste en onder een voortdurend getoeter.
Als je tijdens het lopen even afstand neemt zoals wij deden in de tempel van Lord Krishna valt het op dat er ook plaats is voor rust en sereniteit en dat de verkeersdrukte in de nog zichtbare diepte ver weg lijkt. 
Lopend langs brede en door smalle winkelstraten valt het op dat er een klustering is van winkels met dezelfde handel. In de ene straat verkopen ze voornamelijk stoffen en in de andere weer goedkope fietsen of je vind er allemaal ijzerhandels. In die waar ze stoffen verkopen wordt voortdurend een poging ondernomen je naar binnen te trekken om de waren uit te stallen onder het mom dat de concurrentie alleen maar rotzooi voor de toeristen verkoopt en zij het echte handwerk.
We belandden uiteindelijk in de Hawa Mahal, een gebouw met een hoge roze gevel en veel doorgangetjes. In de roze gevel zitten kijkgaten. Die waren bedoeld om de dames van de koninklijke huishouding te kunnen laten meegenieten van de processies op straat zonder dat ze gezien werden. De rest van de middag hebben we ons in tuktuks laten vervoeren naar bijvoorbeeld het sprookjesachtige waterpaleis een stukje buiten het centrum, een kasteel midden in een meer gevuld met een verrassende varieteit aan watervogels. We kwamen op het moment dat de late zon het goud kleurde.

In het paleis van Bundi, hoog boven de stad keken de koningen uit over hun onderdanen. In het paleis vind je nog veel verweerde frescoes die over het leven van de koningen hier handelen en zelf een foto uit 1911 van de laatste Maharadja die hier heerste.
In Tordi waar ik alleen de ochend was maar Gerard en Rene hebben overnachtwas het plaatselijke paleis kleiner maar nog steeds indrukwekkend en tot hotel omgebouwd. De eigenaar afstammeling van de feodale heersers hier is een moderne en aardige man die ecologisch verantwoorde landbouw voorstaat. Als we met hem door het dorp wandelen wordt hij echter eerbiedig begroet en een kleine hoofdbeweging is genoeg om zijn orders door te geven. Het feodalisme is nog bijzonder levend hier.
De Indiers leven hier wel in harmonie met hun omgeving en de dieren maken hier echt deel uit van het straatbeeld, niet alleen de vogels en de honden maar ook de koeien, de varkens, de apen en zelfs de ratten die hier niet met afgrijzen worden bekeken maar als medeschepsels.
Op weg van het paleis naar het fort dat er nog ver boven ligt liepen we door de middagzon steil omhoog langs droge acacia’s die al hun bladeren hadden laten vallen. De winter hier levert overdag in de altijd brandende zon toch meestal wel 26 graden op. We hadden instructies meegekregen om de agressieve apen die we tegen zouden komen niet in de ogen te kijken. Ze gingen inderdaad niet uit de weg en een moeder met kind maakte dreigende geluiden toen we passeerden. Terug in de stad hadden we echter meer problemen met een heilige koe die plots met de kop omlaag op Gerard en mij afkwam.
Bundi is een heel leuk, authentiek en scenic stadje met alleen wat buitenlandse toeristen. Behalve de attracties is er ook een binnenstad met blauwe huizen en nauwe doorgangen en veel leven. Boven in het prachtige paleis was het erg rustig. De indiers vinden dit geen toeristische bestemming dus komen hier nauwelijks. We vonden allereerst vanochtend vroeg een fietsenwinkel waar we fietsen met derailleur zagen. Tot onze verrassing was de fiets in een uur gemaakt. Wellicht hebben we het dieptepunt wat pech betreft bereikt. Morgen honderdenacht kilometer te gaan met aankomst in een hotel dat in het midden van een meer ligt.

In het straatbeeld van india domineren de vrouwen vanwege de kleuren die zij dragen; het rood en geel maar soms ook paars en groen spat je tegemoet. De mannen zijn minder bedeeld op de traditionele oude mannen na die in witte lappen zijn gehuld en daarbij een knalrode tulband dragen. De meeste echter zijn in donkere weinig opvallende westerse kleren gehuld, mannen van jong tot oud hetzelfde met zwarte of zwartgeverfde haren, vaak snorren en maar heel soms baarden. Regelmatig worden we ingehaald door een motor of brommer met voorop zo’n nondescripte man en achterop een veelkleurige vrouw met soms een veelkleurig kind op haar schoot.
Meisjes gaan in hun vrije tijd ook al in veelkleurige kleren de straat op, een lange jurk die een gedeelte van de rug en buik vrij laat voor de donkere huid en een doek die om het hoofden de schouders wordt geslagen vaak in een contrasterende kleur. Ze maken het soms af met grote zilveren sieraden vanaf de neus hangend over de helft van het gezicht. Naar school gaan ze echter in Engelse uniformen met stropdas, net als de jongens trouwens.
Wij vormen in onze fietskledij de zeldzaamste groep in Rajasthan. We worden overal met veel enthousiasme begroet door man en vrouw en door jong en oud. In dorpen gaan ze ervan uit dat je Hindi spreekt of Rajput want ze vragen je van alles en als je terugzegt dat je het niet begrijpt gaan ze nog enthousiaster door.
Veel kinderen roepen als welkomsgroet bye bye, iedereen zwaait als kinderen doen met snel heen en weer gaande hand en statige heren roepen af en toe officieel: “Welcome in India”.


Het Chittor Fort of Chittorgarh is een van de grootste forten in India. Het staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het fort was de hoofdstad van Mewar en bevindt zich in de huidige stad Chittorgarh. Het strekt zich uit over een heuvel met een hoogte van 180 m, isverdeeld over een gebied van 280 ha boven de vlaktes van de vallei afgevoerd door de rivier de Berach. Het fort heeft verschillende historische paleizen, poorten, tempels en twee prominente herdenkingstorens. 

Vanaf de 7e eeuw werd het fort bestuurd door het koninkrijk Mewar. Van de 9e tot de 13e eeuw werd het fort geregeerd door de Paramara-dynastie. In 1303, de Turkse leider van Delhi, versloeg Alauddin Khalji de troepen van Rana Ratan Singh bij het fort. In 1535 versloeg Bahadur Shah, de sultan van Gujarat, Bikramjeet Singh en nam het fort. In 1567 versloeg Akbar de troepen van Maharana Udai Singh II. De verdedigers van het fort vielen aan om de aanvallende vijand aan te vallen maar waren toch niet in staat om te slagen. Na deze nederlagen wordt beweerd dat de vrouwen jauhar of massale zelfverbranding hebben gepleegd. De heersers, soldaten, edelvrouwen en gewone mensen beschouwden de dood alste verkiezenr boven de massale verkrachting en plundering waarvan men dacht dat die zich zou voordoen na overgave aan de legers van de sultan.
Udaipur is een stad zoals vele in Rajasthan, tenminste als je binnen komt rijden - een zichzelfsturende chaos, een mix van halfafgebouwde nieuwe en oude huizen, het veelsoortige verkeer waarin alleen de koeien niet toeteren - en dat blijft zo tot je het meer bereikt en de steile wijk ernaar toe, Lal mazh. 
Aan het meer en tussen de groene heuvels heb je een voortdurend zicht op de huizen, de paleizen en hun weerspiegeling in de aaneengesloten meren hetgeen de stad een grandeur en charme geeft die veel meer buitenlandse toeristen aantrekt dan er in andere steden te vinden zijn.
Die toeristen zorgen ervoor dat de steile straatjes rond het meer en het majestueuze city palace vol zijn met winkels voor die toeristen, hetgeen goede koffie oplevert maar ook de obligate pogingen van de neringhouders om jou naar binnen te krijgen. Dat begint met de vraag waar je vandaan komt.
Nederland is een gevaarlijk antwoord. Veel winkeliers weten een Nederlandse zin te produceren zoals hoegaathet of natuurlijk kijkenkijkennietkopen. Een artgallerijhouder wist te vertellen dat hij of zijn ouders binnenkort in het Rijksmuseum gingen exposeren. 
We hebben gemerkt dat het prettiger is en veel scheelt als je uit Noorwegen komt en dan niet uit Oslo dat ze nog wel kennen maar uit Trondheim. Een man wilde wel weten of het echt -40 werd in Noorwegen hetgeen ik als Per Ivar Johansson volmondig kon beamen.

De rit van Udaipur naar Kumbalgarh en die daarna naar Pali voeren door het hoogste gedeelte van Rajasthan waar niet de steden en het straatbeeld dominant zijn maar de dorpen en de landschappen. Hioewel nergens erg hoog - de passen blijven beperkt to 1000 meter - is het landchap bergachtig en ruig. Het leven in de dorpen is zichtbaar harder en armoediger dan in de steden en de natuur prachtig. De culturele erfenis van Rajasthan is echter ook hier zichtbaar in de vorm van vestigen en prachtige tempels,
Indiërs hebben een groot respect voor andere wezens. Dieren leven in alle vrijheid om hen heen. Je ziet in de steden koeien vrij over straat lopen, vogels zie je in grote verscheidenheid zowel in de stad als op het platteland en hetzelfde geldt voor apen en eekhoorns.

We hebben prachtige en wonderlijke dingen gezien, landschappen, tempels, paleizen, vogels, apen en vooral mensen. We zijn door hectische binnensteden gereden waar iedereen zich zonder schroom in het chaotische verkeer stort, langs hoofdwegen waar het verkeer zich volgens vreemde ongeschreven regels voortbeweegt en spookrijden en onnodig rechts rijden de normaalste zaak van de wereld lijken maar vooral langs rustige, smalle wegen, vaak grotendeels geasfalteerd maar soms ook zanderig of rotsig door dorpen waar nooit een toerist, laat staan een westerse, laat staan een fietser ooit komt.
We reden door vlaktes maar vaker licht omhoog en omlaag en meestal waren er bergen in de buurt, met burchten en paleizen op de toppen.
Twee dagen - vanuit Udaipur reden we echt door bergachtig gebied met soms steile klimmetjes en een keer een waanzinnige afdaling van 1100 naar 400 meter, met een pelgrimspad met steile trappen als absurd hoogtepunt.
We hebben drie grote steden bezocht, Udaipur in het uiterste zuiden, rond het grote meer, met zijn enorme paleis de hoofdstad van het Mewari rijk, Jodhpur, de zeer charmante blauwe stad onder de burcht die aan onze voeten lag tijdens ons verblijf in de Haveli en Jaipur, de drukke hoofdstad.
Onze topkeuze was echter Bundi, een kleine nog redelijk onontdekte stad - zeker voor Indiase toeristen - met een voortreffelijk paleis vol oorspronkelijke wat verweerde frescoes. De kleine hotels met hardwerkende uitstekende service verlenende managers of eigenaars bevielen ons het meest, die in Jaipur van de onvermoeibaar voor de terugkeer van mijn fiets strijdende Sanu, die van de jongen in Bundi aan het meertje die alles in zijn eentje deed tot het verzorgen van de maaltijden, die van de oude man in Jodhpur met het evenbeeld van Manuel uit Falthy Towers als zijn assistent en die in Udaipur met zijn prachtige dakterras en zeer vriendelijke eigenaar die vroeger fietstochten begeleidde in de buurt, maar vooral ook de prachtige Haveli binnen de muren van het fort van Chittorgarh, met zwitserse steun gebouwd en gerund door de jonge vrouw Parvathi en haar man.
We hebben in dorpen en steden veel kleurrijke mensen gezien en gefotografeerd en waar mogelijk gesproken, in het Engels of in het Hindi of Rajput met antwoorden in het Nederlands en we hebben veel hulpvaardigheid en vriendelijkheid ontmoet bij al die mensen in dorpen en steden.
We hebben zeggen en schrijven een ochtend lang een paar witte wolkjes gezien die de zon even hebben getemperd en verder slechts blauwe luchten en een felle zon in het droge landschap dat vaak geel was maar altijd met groene bomen en velden gelardeerd. De avonden waren fris en de dagen warmde ons op zonder ons te overhitten.
We hebben mede door dit alles en ook dankzij de spirit die we er zelf hebben ingehouden ons niet laten ontmoedigen door de Kharma die in het begin niet altijd goed was. Het badritueel van de Brahmi in Pushkar aan het heilige meer gisteren dat Gerard en ik hebben ondergaan als brave misdienaars elk woord herhalend heeft ook de Goden aan onze kant gekregen.

Share by: