Brazilië 2016

2016 Brazilië

Rio is een zo'n stad waarvan het onwerkelijk is dat je er bent, zoals New York ook zo'n stad is. Dit is werkelijk het uitzicht uit onze kamer maar het blijft bevreemdend. Rio is ondanks alle spookverhalen een heel relaxte stad om doorheen te banjeren en dat hebben we vandaag gedaan.
Goed dat we geen fietstocht hadden gepland. Het begon tijdens het ontbijt te regenen. De fietsen waren onder de afdakjes snel in elkaar gezet.
Een van de lieve duitse meisjes die hier bivakkeren en die hier door het continent trekken of werken als vrijwilligster alsof het helemaal geen kwaad kan, beschermd door hun onschuld en naiviteit, wist ons tijdens het gezamenlijk ontbijt in onze fantastische hostel boven de Favela te vertellen dat haar opa van 70 ook nog steeds in het buitenland fietste.
Wij vertrokken met regenjasjes die uit en aangingen. Eerst langs het smalle pad vanuit onze Favela naar de slingerende weg met de trambaan en dan links door onze wijk Santa Teresa naar beneden. Santa Teresa is een wijk met mooi vervallen kapitale huizen en veel groen. De weg met de mooie naam Almerante Alexandrino slingert zich er doorheen steil naar beneden. Kinderhoofdjes op de straat en langs de weg een betonnen muur consequent met de meest fantastische kleurrijke graffity beschilderd.
Die mural art gaat beneden in Lapa gewoon door. Ook hier vervallen koloniale grandeur met er tussen in alle nieuwbouw. Tussen de bogen van de Arcos de Lapa liggen veel jonge zwervers te slapen, die je hier veel ziet. Veel grappige winkels en horecatenten waarin het artistiek rommelige van de Braziliaan zijn uiting heeft gevonden. Een aantal swingende beelden van rotzooi boven een dak.
Het wordt zonnig en warm als we de trappen van Selaron zien, veel te bekend dus van onder tot boven bezet door backpackers en Braziliaanse families.
In het centro gaan we eerst naar de enorme pyramide die de nieuwe kathedraal vormt. Een raar gebouw aan de buitenkant maar indruk wekkend van binnen met enorme glas in lood ramen.
Het centrum is een mix van die oude vervallen koloniale huizen en enorme strakke nieuwbouw met ook hier graffity en rommel. Ook parken en monumenten zoals het prachtige historisch museum en het oude klooster van Benedictus dat je via een lift in een kantoorpand moet bereiken en het keizerlijk paleis en zoals het stad aan het water betaamt een unieke sfeer aan de waterkant met flanerende mensen, havens, bedrijvigheid. Het hoogtepunt is het futuristisch museum van de toekomst van Calatrava dat op een pier als het skelet van een gestrande walvis is. Het is net open en de rijen zijn groter dan die voor het Anne Frank Huis. We gaan niet naar binnen maar maken een rondje en slenteren verder over het grote plein.
We laten ons dan na een drie en een half uur lange slentertocht slechts onderbroken door een buffetmaaltijd vallen op een terras voor een verfrissing en duiken met zijn vijven in een taxi met Jurjen in de achterbak.
Eten in Espirito Santa blijkt een topkeuze. Een leuke tent met geweldig eten. Voorlopig geen kwaad woord over de Braziliaanse keuken. We negeren de live music op het Lago Dos Guimaraes het hart van Santa Teresa want morgen wordt er gefietst en geklommen. Nu om 23.00 zit ik hier alleen op het balkon met het machtige uitzicht (zie de foto hieronder). Ze zijn allemaal gaan slapen. Vanuit onze kleine Favela - Perreira Da Silva - klinkt muziek die nog uren door zal gaan. Het volume en bezwerende ritme zal me niet uit mijn slaap gaan halen.
Het is zo laat op de avond zo'n 23 graden, erg fris voor de tijd van het jaar, maar een weldaad voor hen die uit Nederland komen.

24-2-2016

Direct uit ons gasthuis kunnen we kiezen voor links de Favela in of rechts via een smal en steil paadje naar de hoofdweg in Santa Teresa. Dat laatste doenwe na het ontbijt en  rond negen uur zijn we  vertrokken. De weg naar links zit direct in het regenwoud, je voelt het en je ruikt het met hier en daar een doorzicht waar je moeilijk voorbij kunt rijden. Het laatste stuk gaat steeds steviger omhoog en bij 400 meter hebben we de afslag naar Jezus bereikt. Het is een circus hier waar de kabelbaan begint en busjes omhoog gaan maar ook vrij veel fietsers. Een mooie klim. Frans als eerste, die rijdt sterk.
Boven aan de voet van Jezus is het precies 666 meter hoog. We kopen kaartjes die voor de lift blijken te zijn en dan nog een roltrap. Onder aan de voet van Jezus spelen zich vreemde taferelen af. Er liggen kortgebroekte meisjes wiijdbeens op de grond met hun telefoon schuin omhoog gericht terwijl een ander meisje dat wordt gefotografeerd niet zozeer in de voetsporen van de Heer daar boven wil treden maar wel dezelfde pose wil aannemen met wijde armen. 
Het uitzicht iss zoals verwacht buitengewoon. Het weer is niet meer door El Nino bedacht zoals de laatste weken waarin het nat en koud was, maar het is warm en helder met een zicht van vele kilometers.
Na de afdaling gaat het weer omhoog door het Nationale park van Rio, Tujica. Prachtig atlantisch regenwoud met uitzichten op de stad en alleen maar wandelaars, joggers en fietsers.
Uiteindelijk komen na een lus bij de Hortus Botanicus weer de stad in en rijden via fietspaden naar de stranden. Ook langs het strand loopt een roze fietspad waar ook skateboarders gebruik van maken en ijskarretjes en wandelaars, maar het gaat hier zonder schelden. Langs Ipanema en Copacabana rijden we en lunchen in een strandtent waar haast een fiets gestolen wordt.
We worden via een fietspad de tunnel ingeleid door de rots die de stranden van de stad scheidt en komen in Urca onder het suikerbrood uit. Ook zo'n leuke buurt aan het water, een beetje dorps.
Langs Botafogo en Flamingo loopt een park met een strand en dan valt het op dat de Brazilianen altijd aan het spelen en sporten zijn.
De klim terug was best lastig over slechte kasseien en meer dan 10 procent vaak, een aantal Koppenbergen bij elkaar.
Op het plein van Santa Teresa, Largo dos Guimaraes, zijn vele eettentjes. We eten in een mooi vervallen villa, de specialiteit van Rio met mooie attributen en meubels en een artistiek rommelige inrichting met veel hout, een andere specialiteit, voor een houtoven Pizza.
We wiillen niet te lang zitten want om 20.00 uur gaanwe naar de Sambodromo buiten het centrum waar de repetities voor carnaval beginnen van de Sambascholen. 
De hele wijk loopt in het kielzog mee en alles door elkaar, jong en oud, dik en dun, wit en zwart, en allemaal met energie en vooral heel veel plezier.
Voorop de batteria, de drumband en dan steeds een flinke groep met ongeveer de zelfde outfit. Sommige groepen zijn homogeen. Zo is er een groep jonge meiden in zwarte sexy pakjes maar ook een groep van dames die allemaal een tante van mijn Emmy hadden kunnen zijn in groene jurken. In veel groepen loopt alles door elkaar maar wel in de zelfde pakjes.
Tussen door lopen de sambaqueens zeer verleidelijk te dansen en ook worden er banieren meegenomen.
Op de tribune krijgt iedereen een vlaggetje om mee tezwaaien en dat doet men ook. Ook op de tribunes veel plezier.
Morgen vertrekken we uit deze fijne stad waar ik nog wel een paar weekjes had kunnen doorbrengen. Misschien moet we ons eigen huis hier maar bouwen, in leuke kleurtjes boven elkaar, een kleine Club Gerrit Favela.


25-2

Geen internet in hotel Charles en dus ook geen blog want dit hotel ligt op een berg buiten het dorp Itaguay volledig geisoleerd. In principe is alles er: een hoop kamers, een grote eetzaal, een zwembad, een sauna, maar...
Het restaurant is dicht, de man achter de balie spreekt slechts dat Portugees dat ze alleen in een straal van 3 km rond Itaguay begrijpen en is verder niet gezegend met een bovengemiddelde intelligentie, we slapen in de achterste kamers van een lange donkere en verder lege gang terwijl er geen sprake lijkt van andere gasten. Toen we bezweet en vermoeid na 107 km kwamen binnenvallen lagen de papiertjes om in te vallen al klaar al begreep hij niet waarom de zesde persoon er niet was. Toen ik in mijn beste Portugees vertelde dat hij was gestorven leek hij daar eindelijk genoegen mee te nemen.
Een taxi was niet te krijgen of in ieder geval kon hij niet bestellen dus hongersnood dreigde het CG peleton te gaan teisteren. 
Op de kamers bleek de wastafel op de kamer van Rene niet bestand tegen het uitspoelen van een wielerbroek. We hoorden in de belendende kamer gekletter en gevloek en de hele wasbak lag in scherven in de badkamer.
Gelukkig bleken er toch nog andere gasten in het hotel te bivakkeren. Twee mannen uit Sao Paulo die hier voor werk waren gingen naar het winkelcentrum en daar gingen Jur en ik mee naar toe om eten te halen. Leuke spontane mensen zoals overal hier in Brazil.
Zoals bij de lunch op het strand nog steeds in Rio maar wel 45 km van ons vertrekpunt vandaan. De hele familie hielp ons: pa bakte vis, de zonen deden de bediening en dochter was de tolk. De peixe fritas en sardinhas waren er in zodanige overdaad dat we de laatste schotel moesten laten staan. Gelukkig was er op de plek naast ons iemand jarig zodat we het als verjaardagscadeau konden doorschuiven. Prachtige plek in de schaduw aan een mooi strand was het en we waren na 45 km al aan de lunch toe.
We hebben voornamelijk over fietspaden gereden, langs het meer en langs het ene na het andere strand maar de fietspaden waren ook het terrein van joggers en slenteraars en natuurlijk alle andere fietsers, mountainbikers maar ook berijders van de oranje itaufietsen die je overal kunt pakken als het witte fietsenplan.
Dat betekende slalommen en voortdurend opletten. 
Op een punt liepen we echt vast. Daar was het Carnaval en er was langs het fietspad en op de weg geen doorkomen aan, dus over het strand door het zand met de fietsen. Ook in de stad al veel mensen verkleed en hier en daar de geluiden van oefenende drumbands.


26-2

Vandaag langs de Costa Verde gereden, half over de Br 101, een best wel drukke weg met meestal een vluchtstrook en deels over kleine wegen. Overal op en neer tussen ruim 100 en nagenoeg 0 en mooie vergezichten over een kust vol groen en overal eilandjes. Vooral het ronden van het schiereiland rond Mangaratiba was prachtig, over een smal pad vlak langs maar ook ver boven de kust.
We waren half een al in Conceicao Jacareis en kochten moeiteloos een kaartje voor de snelboot. Vol met passagiers en ook nog de fietsen erop scheurden we in 20 minuten naar Ilha Grande. Er lag een cruiseschip voor de kust en het dorp Abraao is een grote verzameling eettentjes, reisbureautjes en pousada's. Bij een hamburger met mangosap onze gastheer Leandro gemaild en hij mailde direct terug dat hij er aan kwam. Alles loopt erg gesmeerd.
In een wandelingetje van 5 minuten ben je van een druk vakantieoord in de stille ongerepte jungle beland. Ons huis ligt aan de rand van het dorp aan het pad naar de andere kant van het eiland maar er flink boven. We worstelen met onze fietsen naar boven.
Alles simpel maar erop en eraan. Zelfs een wasmachine en een buitendouche.
Het was al vier uur toen we voor het middagprogramma vertrokken. Een wandeling naar de poel, de ruines, de waterval en het strand verderop.
Dat was beduidend heftiger dan we ons hadden voorgesteld. Een echte jungletocht met reuzenbomen, bamboe, lianen kletterende beekjes met grote rotsen er tussen in. Het pad was smal en steil, omhoog naar 220 meter en even steil omlaag. De waterval bleek na meer dan een uur ploeteren nog 20 minuten omhoog en het strand 25 minuten omlaag. Toch te laat weggegaan. Misschien morgen. Om kwart voor zes bereikten we het prachtige strandje en daar kochten we een kaartje voor de watertaxi terug. Tot onze verrassing kwam ook Jurjen in het kielzog van Rene aanlopen op zijn teenslippers. We hadden gedacht dat die al lang was teruggekeerd. Hij merkt doorgaans pas na een tijdje dat hij het verkeerde schoeisel aan heeft en reageert dan zeer verbaasd alsof het het noodlot betreft en niet een eigen keuze.
Zo in de speedboot terug over de baai in de late zon ziet alles er nog mooier uit. Wat een eiland. Een combinatie van Rio en Ilha Grande (spreek uit Ieje Graandzjie) levert een perfecte vakantie op en niet alleen voor fietsers.

26-2

Als je een tekening of ontwerp zou mogen maken van het ideale strand zou het niet zo mooi kunnen worden als het strand van Dois Rios op Ilha Grande. Na 4 kilometer omhoog tot 320 meter en 4 kilometer omlaag heb je het eiland van noord naar zuid overgestoken en ben je beland op de mooiste plek op aarde, althans de mooiste plek die ik tot nu toe heb gezien. Het strand is kilometers breed omringd door groene bergen. Aan de uiteindes van het strand komen twee rivieren in zee uit tussen enorme ronde rotsen. Het water is turquoise en de golven rollen witschuimend voortdurend aan. Voor de kust op een paar honderd meter liggen eilandjes met bruine rotsen en groene bomen. 
Het is een populaire bestemming maar de enige manier om er te komen is lopend of per mountainbike over een zanderige aarden weg vol met stenen die door het oerwoud kronkelt. Oerwoud geluiden overal om je heen. Het geratel van cycladen, de roep van de brulaap en het geluid van honderden vogels. Zwarte kolibrietjes schieten van bloem naar bloem.
We passeren diverse wandelaars en sommige daarvan duwen een mountainbike naar boven. Behalve wij is er niemand die denkt dat het mogelijk is hier naar boven te rijden. Het aandoenlijkst zijn drie Aziatische jongeren waarvan er eentje twee fietsen duwt zodat zijn meisje vrij kan lopen, zware zweetdruppels op zijn gelaat.
In het dorpje Dois Rios wonen weinig mensen. Ik tel zo'n vijftien huizen. Er zijn wel twee musea, eentje behandelt de geschiedenis van de strafkolonie die hier van 1903 tot 1994 is gehuisvest en waar naast zware criminelen vooral politieke gevangenen zaten. Het andere museum is een schattig museum waarin de natuurlijke rijkdom van het eiland maar ook de geschiedenis van daarvoor centraal staat. Het huis was deel van de gevangenis maar daarvoor van een enorme plantage waar wel 200 slaven werkten, eerst aan het suikerriet en later aan de koffiebonen. Het mooiste is een enorm boek van stof waarin de traditionele verhalen zijn opgetekend en rijkelijk geillustreerd met borduurwerk en opgeplakte stofjes.
We hebben op het strand gezwommen en geluierd. 
Er zijn in de loop van de ochtend een stuk of 30 mensen binnen komen lopen. Op het strand is plek voor een paar duizend, dus ze vallen nauwelijks op. Een man kapte voor 8 reis een kokosnootnoot open en als je met een rietje de inhoud had opgedronken kapte die hem in tweeen zodat je de rest er uit kon scheppen met een tot lepel omgevormd stukje schil.
Nu zijn we terug in ons junglehuis waar we boterhammen hebben gemaakt en tropisch fruit eten.
Het leven is prachtig, vooral voor de mannen van Club Gerrit.

27-2

Van de hemel naar de hel is het maar een klein stukje.
De zon, de inspanningen en het Braziliaanse eten vergen hun tol. Slecht drie van de vijf meldden zich voor het avondeten.
Jurjen en Gerard bleven kotsend en spuitpoepend achter in het tarzanhuis waar je wc papiertjes niet door de wc mag spoelen. Dat werd een mooie stapel, vooral toen snachts ook ik 7 keer er uit moest.
Ook de grote ontdekkingsreizigers werden op hun tochten regelmatig geplaagd door scheurbuik zullen we maar denken. Het hoort bij de ervaring. En hospik Rene heeft voor dit soort gevallen een pillendoos.
De bootmaatschappijen wilden alleen fietsen meenemen met de eerste en de laatste boot. Dat betekende dat we ons om kwart over zes moesten melden op de pier. In het schemerdonker met lampjes naar de boot waar de zonsopgang prachtig was begonnen.
In Angra dos Reis heb je favelas aan de mooie groene kust maar die lieten we snel achter ons. Wonderlijk wat het lichaam van de wielrenner kan. Jurjen zag er uit als een lijk en kwam nauwelijks vooruit maar allengs in de etappe ging het beter. Gerard zwom er een beetje tussenin en voorop reden afwisselend Frans en ik. We waren vroeg dus konden stoppen na 13 km voor een voorzichtige cola. En na 50 km bij een bakker in een historisch dorp wat zoete broodjes. 
In het gras heeft iedereen een half uur liggen slapen, uitgeteld. Het was warm tot zeer warm, richting 34 graden en de zon scheen ongenadig.
Toen begon het wonder van de wederopstanding, in de laatste 50 kilometer had ik het nog met Frans over het psychologisch effect van de koppositie en opeens voelde ik dat ik weer met alle kracht tegen een helling op kon rijden. Langs de kust viel het parkoers ook mee en de hellingen waren niet lang en niet steil.
Bij een laatste doorzicht op de baai van Paraty hebben we verzameld en zijn Paraty binnengereden.
Bij de hostel hebben we een kamer met twee drietraps stapelbedden. In de launch is de gemiddelde leeftijd 18 en ook de receptionistes zijn van die orde. Boven op het dak is een zwembad waarin je precies twee slagen kan maken. De temperatuur van het water is er tropisch. Na een praatje met twee zwerfmeiden uit Nieuw zeeland en Noorwegen en een duik vertrekken we naar het stadje waarvan het centrum wondermooi is geconserveerd. Allemaal prachtige 18e eeuwse huizen en enorme stenen op de straten. Wel is het volledig ingericht op toerisme met 900 restaurants, talloze pousadas en handwerkwinkeltjes. Paard en wagentjes voor het vervoer en een nep Jack Sparrow en een zwarte man met een ketting die waarschijnlijk een slaaf moet voorstellen poseren als vreemd duo voor een van de mooie kerkjes. Wel veel Braziliaanse toeristen, hele families en groepjes, doorgaans rijkelijk voorzien van tattoos
De hamburger op het plein blijft zitten en dat stemt hoopvol.


28-1

We liggen bij te komen in hotel de goede Jezus, Pousada Bom Jezus, een ongelooflijk gebouw dat ook nog als seminarie dienst doet. Hoge kamers van wel 6 meter en alles perfect. De douche wordt door mijn Roommate Jurjen als de beste ter wereld beschreven. Wel een verschil met het overigens goed geregelde en gezellige hostel van vanochtend waar we onze lakens zelf moesten afhalen en in de was gooien. We zijn in Aparecito dat het grootste bedevaartoord van Brazil is vanwege een verschijning van Maria. Daarvoor is hier ook een enorme kathedraal gebouwd. Die gaan we morgenochtend bekijken.
Het was zwaar vandaag. De klim van Paraty omhoog naar 1530 meter hoort in het rijtje allerzwaarste klims. Volgens Frans die als tweede boven kwam was het de allerzwaarste. De eerste 9 kilometer waren praktisch vlak zodat er voor de 1500 hoogtemeters 14 kilomters overbleven. Tussen 500 en 1100 meter waren de stukken boven de 20 % niet te tellen en nog lang ook.
Zo'n klim is letterlijk een bevalling voor mannen. Terwijl je bezig bent denk je dat je de pijn niet langer kan verdragen en zodra je boven zit bij te komen ben je die pijn alweer vergeten. Ik heb in een bocht 50 meter gelopen en de rest gefietst, soms op de pedalen staand in de kleinste versnelling.
Af en toe gaat het nauwelijks meer maar op de een of andere manier rijd je toch door. 
De weg die we volgden heet de Caminho do Ouro, de goudweg. Het goud kwam naar beneden vanuit Minas Gerais en de slaven die het moesten delven kwamen via deze weg omhoog.
Rene en Gerard kwamen een 20 minuten na Frans aan bij de rustplaats. Een eenzaam cafe met lokale producten te eten en in de verkoop zo,n 8 kilometer voor Cunha langs de weg die zodra de klim over is in de staat Sao Paulo ligt en mooi geasfalteerd is.
Jurjen heeft al snel losgelaten en we maken ons zorgen als hij er een half uur later nog niet is. Hij komt 5 minuten later en ziet er getekend uit maar dat geldt voor ons allemaal. Hij is gevallen en zijn zadelpen is gescheurd. Hij heeft het zelf gefixt.
Er zitten nog 900 hoogtemeters en we gaan regelmatig weer 100 of 150 meter omhoog door dit mooie golvende groene landschap met afwisselende vegetatie van bamboe tot naaldbomen. Nergens eerder zo'n landschap gezien. 
Na wat zoekwerk naar de ingang rijden we rond 6 uur en groupe na 103 zware kilometers het terrein van de goede Jezus op, moe maar voldaan na deze koninginnerit.


30-1

Brazilianen zijn erg aardige en behulpzame mensen en nog relaxed ook. Toen we vanmiddag na een aantal malen te zijn vastgelopen in de modder in een cafe te Canas neerstreken was de eigenaar voortdurend in de weer om het ons naar de zin te maken. Hamburgers maakte hij, emmertjes water en sop voor de fietsen en van een fooi wilde hij niets weten. Wel alles over ons en onze trip maar zoals de meeste mensen hier sprak hij alleen Portugees. Dan kom je nog wel een eind met spreken maar verstaan is praktisch onmogelijk. 
Een automobilist die Engels sprak had Jurjen zien staan met pech en sprak Rene verderop aan of hij dat wist. Toen die duidelijk maakte dat die hulp zocht keerde hij om en bracht Jurjen met fiets tot in de pousada die erg afgelegen in de bergen lag.
Het begon toch al laat allemaal vandaag. We vertrokken om 9.00 uur in de regen naar de immense kathedraal waar de bedevaartgangers zich al verzamelden. Toen we daarna het stadje uitreden leken we de zegen van de maagd niet te hebben meegekregen. Mijn derailleur lag eraf en het padje waarmee hij vast zat was gebroken. Een fietsenmaker om de hoek verwees naar een fietsenzaak vijf kilometer verdeop en daar deden ze het perfect. Nieuwe derailleur xt 10-11, verloopje dat prachtig paste. 
We reden vol goede moed rond 12 uur verder over leuke kleine weggetjes door een landschap dat op Zuid Limburg leek met hele andere vogeltjes.
De onverharde wegen werden wel steeds moeilijker begaanbaar. Vooral het grint dat ze in de modder hadden gegooid wist zich overal op de fietsen vast te zetten. Vooral Frans had er last van en uiteindelijk besloten we een omweg te maken via Lorena en de vallei.
Het landschap veranderde echter van zuid Limburg in de Jura en we moesten nog een keer van 490 meter naar 1160 over een vrij drukke weg. Jammer dat we door het weer en de tijd niet echt van het prachtige landschap konden genieten. Ik reed met Gerard flink vooruit en we kregen berichten binnen over pech achterop via een vrachtwagenchauffeur.
Bovenop stonden we te wachten op Frans en Rene maar we zagen dat het al 10 voor 7 was en we moesten nog een flink stuk. Frans meldde zich in de afdaling en het was ons niet duidelijk hoe het met Jur was. Bij de afslag voorbij het dorp naar het hotel besloten we dat ik door zou rijden en de anderen op Rene en misschien Jur zouden wachten.
De pousada was verder dan aangegeven op de kaart en ik wordtelde mezelf en mijn fiets opnieuw over modderige weggetjes omhoog. 2000 meter in het schemerdonker, 1000 in het halfduister en net voor het echte donker was daar de poort.
Jur was er gelukkig al. De vrouw van de pousada stuurde een auto om de jongens met licht te begeleiden en om 20.30 kwamen ook Gerard, Frans en Rene binnen.
Prachtige chalets hebben we hier en ik denk dat het uitzicht ook de moeite waard is. De lasagne gemaakt door de verlegen lachende gezette kokkin bracht het leven weer terug in de getergde lijven. Nog een trip en dan is er de rustdag. Daar snakt het gehavende peleton inmiddels wel naar.


31-1
Communicatie in Brazil is een ingewikkelde zaak. Van de mensen spreekt 99% van de mensen alleen Braziliaans Portugees. Van de managers in retaurants en hotels 95%. Van de leden van club Gerrit kunnen Frans en Jurjen zich behoorlijk redden en ik heb wat basis Braziliaans in mijn kop gestampt. Dat is erg handig. Rene en Gerard leveren echter de beste imput in de ondelinge communicatie met Brazilianen. Zo luidde Gerard welkomsgroet in het hotel Donati hier gisterenmiddag een bijzonder vrolijk "Adios". Van Rene noteerde ik gisterenavond toen hij de ober wilde herinneren aan de twee flessen wijn die hij had besteld: " ik heb nog dua". Hoogtepunt was vooralsnog: " zet hier maar neer Gracias".
Gisterochtend feliciteerden we Frans met zijn 59e keer en lieten we Jurjen achter in het wondermooie resort Maria de Manha in Passo Quatro om hem in rust aan zijn kapotte fiets te laten werken. Eventueel volgde hij ons op de rustdag.
Wij reden weg terwijl de zon weer door de wolken brak en het steeds blauwer werd door de bergen van Mantequia door de agrarische binnenlanden van de staten Minas Gerais en Rio de Janeiro. Hier is het bepaald geen arm land. De Fazendas en dorpen zien er zeer verzorgd uit en het landschap is prachtig. Flinke bergen en heel erg groen. Verder zie je hier geen buitenlanders, zelfs geen fietsers. Die rijden liever door het kale en koude Peru en Bolivia.
De klim naar Garganta de Registro vanuit Itamonte was 20 km lang dus niet erg zwaar. Op 1666 meter vonden we een winkeltje in lokale producten waar je ook worst, maiskolven en gefrituurde pasteitjes kon eten. De afdaling was nog langer en een feest.
In het dal op de snelweg reden we tot aan de peagepoortjes. Het was inmiddels snikheet in het dal en ook op de klim naar het nationale park van Itatiaia, het oudste van Brazil. Voor de entree was de rivier bezet door hele families die in het snelstromende water verkoeling zochten, de parkeerplaatsen aan de kant allemaal bezet.
Na een moeizame laatste 5 kilometer waarvan de laatste over een smal steil onverhard pad kwamen we binnen op het grote terrein van hotel Donati met prachtige chalets. Grote zwarte vogels, Guams, vliegen van reuzenboom naar reuzenboom.
Nadat we waren geinstalleerd kwam ook Jurjen binnenrijden. Hij had het toch gefixt.
Inmiddels maken we ons op voor de rustdag. We hebben een enorme berg smerig stinkend wasgoed ingeleverd.
Gerard, Frans en ik gaan vogelen in het park met een gids.

31-1

Hotel Donati is echt een plek voor een rustdag. Buffet voor ontbijt, lunch en diner, zwembad buiten en binnen plus sauna, lounche met rustieke tafels en zachte fateuils en vooral veel natuur overal waar je kijkt. De zon schijnt overdadig maar het is niet zo heet hier hoog in het park als gisteren in het dal. Vannacht heb ik zelfs een dekentje gepakt, voor het eerst hier.
Vanochtend om 10 uur vertrokken Franz, Gerard en ik met Hudson - spreek uit Oedsoe - het park in. Direct op het terrein pakte hij zijn speaker en plaatste die in een boom. Zodra hij een vogeltje hoorde zette hij het geluid via zijn telefoon op de speaker zodat het vogeltje ging reageren en dichterbij kwam. Hij sprak niet veel Engels maar typte de namen van alle exemplaren meteen in in een vogellijst zodat er een Engelse vertaling bij stond. Na de nodige shrikes, antvireo's, tyrannets en flycatchers te hebben gespot, gingen we met de auto naar het nog hoger gelegen hotel do Ype (1250 meter).
Het eerste dat we daar zagen waren eekhoorns die hier behoorlijk tam zijn. Buiten het restaurant bij een geweldig uitzicht zijn lokbakjes opgehangen met zoet spul erin. Kolibri's vliegen af en aan, ik heb zeker 7 soorten geteld. Verder vele andere prachtige vogels waaronde veelkleurige Tanagers. In een half uur hadden we al meer dan 40 soorten gezien.
Hudson wilde ons graag toekans laten zien maar die waren er niet.
Bij het gesloten hotel Simon is een mooi vervallen tuin waar we verder gingen met spotten. De verwachte vleermuisvalk was niet thuis.
Onderweg terug stopten we nog eens bij een stuk met hoge bomen en daar zat een enorme felgekleurde toekan te pronken in geel rood en blauw, met een enome blauwe snavel.
Na de lunch zijn we weer terug gegaan naar hotel Do Ype en onderweg stuitten we op een kapucijneraap midden op de weg. Toen we stopten en Hudson bananen bij zich bleek te hebben verschenen er steeds meer. Ze klommen in de bomen rondom en op de auto.
Bij hotel do Ype zaten inmiddels safron Toucans, felgele toekans in de boom. Hudson wist ze te lokken met bananen. Van vlakbij konden we foto's maken.
Een prachtige plek in een bijzonder park. Ook zo'n plek waar je nog wel eens terug wil komen en dan wat langer blijven.
Het zwembad was de bestemming voor de late middag. De kleren zijn weer schoon en de zaken weer geregeld.

1-2

Het peleton is neergestreken in bar restaurantsjie Habeas Copus, nee niet ik ben de R vergeten, tevens biergarten. Duitse worst is populair in Brazil. De jongens zijn aan het bier en ik aan de passievruchtsap. Frans heeft een capeirinho te pakken die uit pure cachaca bestaat en hij heeft in een klap een Braziliaanse tongval gekregen. De temperatuur is inmiddels om kwart over vijf gedaald tot 36 graden in de schaduw. 
Toen we hier in het historische dorp Bananal kwamen binnenrijden in de volle zon was het ruim 39. Dan zegt een Braziliaan "eu tenho con muito calor", letterlijk " ik heb met veel warmte". Een prachtig en authentiek dorp. We besloten om niet naar de Fazenda te gaan, zes kilometer verderop, maar in het dorp te blijven.
We hebben ons intrek genoemen in Pousada Trilha do Ouro, een onberispelijk pand met onberispelijke kamers en een perfecte douche.
Het was heerlijk koel vanochtend in hotel Donati, zo'n 500 meter hoger dan hier. Ik had zowaar een lekke band en dat moest voor de start natuurlijk gemaakt. Dat viel niet mee want mijn nieuwe derrailleur hangt aan de achteras. Jur en Rene wisten het keurig te fixen.
We reden rond half tien weg voor wat een vrij eenvoudige etappe moest worden. De eerste kilometers uit het park zo'n 500 meter naar beneden en dan langs de snelweg eruit. Als snel een afslag en de rest van de dag reden we voornamelijk op en neer door een lieflijk agrarisch landschap met weilanden en bossen en halfhoge bergen langs onverharde maar goed te berijden paden. Heerlijk rustig en erg mooi. De vogezen honderd jaar geleden. Af en toe wel een auto, vaak een volkswagenbusje of kever, die hier nog veel rondrijden.
Toen we na 50 kilometer op de verharde weg kwamen hebben we een stop gemaakt in het dorp Aparei en vooral gedronken. De laatste 18 kilometers waren zwaar vooral vanwege de hitte. Vooral de stukken waar aan de weg werd gewerkt. Een sproeiwagen benat het asfalt.
Morgen maar eens proberen om het peleton om 6 uur aan het ontbijt te krijgen zodat we in de koele morgen kunnen rijden en de middag aan het strand kunnen doorbrengen. Toch nog 1350 hoogtemeters te gaan morgen maar aan het eind een lange afdaling naar een hotel aan het strand van Mangaratiba.

2-2

We zaten vanmiddag om 13.00 uur al in onze room with a view, en wat voor een. Dat had veel te maken met het feit dat we al om 6.15 aan het ontbijt zaten. We vertrokken met heerlijk koel weer en een strakblauwe lucht. Het parkoers was goed te doen kleinere asfaltwegen voortdurend op en neer maar nergens heel moeilijk, alhoewel de meningen daarover verschillen. Rene maar vooral Jurjen vonden het een heel zware etappe.
De RJ 149, het laatste stuk van Rio Clara naar Mangaratiba was een feest om te fietsen, een weg met weinig verkeer door een mooi landschap dat naar mate we de kust bereikten spectaculairder werd.
Na 10 kilometer kwamen lang de Fazenda Boa Vista, ons geplande hotel van gisteren. Een majestueus gebouw uit de 18e eeuw waar indertijd honderden slaven moeten hebben gewerkt voor de ongetwijfeld wrede meester. Een wonder dat Brazilie zo'n land is geworden waar ras geen rol speelt - een raciale democratie zoals ze zelf zeggen - als je de geschiedenis bekijkt. Lees vooral allemaal Joao Ribeiro's meesterwerk "Brazilie, Brazilie" voor wie geinteresserd is.
Hoewel het een prachtig gebouw is ben ik toch blij dat we in het dorp Bananal zijn gebleven en daar de avond op het plein hebben doorgebracht. We stonden even in het portaal van de kerk waar een vrouwenstem vals uit de boxen klonk, bezochten de training van de plaatselijke judoschool, zagen kinderen worden vermaakt door twee juffen die liedjes met ze zongen en de rest van Bananal rustig kletsend op het plein genieten van de betrekkelijke avondkoelte.
Wat is hetbtoch een feest om deelgenoot te zijn van het gewone leven van een dorp waar nooit een toerist verblijft. In ons hotel zaten bij het ontbijt naast ons alleen maar arbeiders die hier aan de weg werkten.
De middag aan het strand was ook erg prettig. We kijken uit op een strandje waar behalve wat lokale gasten ook wat vissersbootjes voor de kust liggen. Er staan twee blauwe tafeltjes die horen bij een soort horecagelegenheid dat gerund wordt door een dame met kraaltjes in het haar en behoorlijk wat ADHD.
Ze had bier en coco gelado, verse kokosnoot en naar later bleek ook gefrituurde vis, al duurde dat wat merkwaardig lang. Haar dochter had ook kraaltjes in het haar maar dan Paars, een mooi stel.
Achter ons zat een dame met een mollige tweeling die wanhopig probeerde engels met ons te spreken. Toen we vroegen of ze van ons een foto wilde nemen ging tussen ons poseren met de tweeling. Twee kleine meisjes kwamen ook contact zoeken en zochten converca. De grootste heette heizje, waarschijnlijk Raiza.
Bij het afrekenen van 95 reais voor een hele middag met zijn allen en mijn fooi van 5 riep de vrolijke ADHDster heel hard OBRIGADO.
De mannen wachten om het dorp in te gaan. De magen knorren.

3-2

We zijn er en hoe. frans en ik zitten in Villa Aprazivel hoog boven de stad met weer zo'n waarzinnig uitzicht. 
Om 8 uur gaan we gezamelijk eten hier aan de overkant in het restaurant waar je met een lift wordt heengebracht. Rio is een stad en Brazil is een land om met weemoed aan te terug te denken vanuit het koude Holland. Dat voel ik nu al. Dat wordt zo moeilijk als jaren geleden na de Dominicaanse Republiek. Waanzinnige stad, prachtig land en hele leuke mensen. Ik zou hier zo nog een stuk aanvast kunnen plakken en wil hier ook echt nog een terug. Met Emmy en Faes bijvoorbeeld. Een week Rio, een week Ilha Grande, een week Itatiaia. Perfecte vakantie.
Een zware laatste etappe door de stad en over drukke wegen en door de middaghitte die opliep tot 36 graden en dan ook nog eens de langste, 115 km lang.
Ook nog irritaties omdat er niet goed op het verkeer werd geanticipeerd en de bussen gewoon optrekken zonder te kijken. Daar moet je dan achter blijven staan.
Frans en Jur hebben een leuk stukje gemist aan het begin en zijn doorgeknald op de snelweg en door een tunnel waar ze hadden moeten afslaan en onze mooie weg langs de kust hadden moeten volgen. In het drukke Santa Cruz vonden we elkaar weer met hulp van sms en bellen.
De laatste 50 km geingen echt door de stad en met name de bussen op hun semivrije baan vormden een probleem. We waren blij toen we na lang geploeter eindelijk weer steil omhoog konden in ons nu al vertrouwde Santa Teresa.


Share by: