De rustdag in een regenachtig Hoi An heeft ons goed gedaan en ook het aansluiten van Frans heeft nieuwe dynamiek in het kleine peleton gebracht. Niet alleen is Frans een leuke vent om er bij te hebben in de groep maar vier is ook een beter aantal om te rijden. Als je in een treintje rijdt en je moet er twee laten gaan ben je erg alleen. Nu zie je koppelvorming.
We hebben eigenlijk twee rustdagen gehad. Eergisteren zijn we met busje aangekomen in Hoi An, toen nog met stralend weer. In de kleine rit naar onze homestay zagen we meer toeristen dan in de honderden kilometers door Vietnam ervoor. Backpackers en andere toeristen houden ervan bij elkaar te klitten op een paar door de lonely planet als must-go bestempelde plekken. Zo’n plek is Hoi An, het gezelligste stadje van Azie genoemd. En inderdaad de stad heeft een grote charme door zijn oude straatjes en huizen, zijn grachten, rivieren en markten en zijn ligging dichtbij een fijn strand. Je ziet er westerse toeristen, maar nog meer Aziatische waarvan de Chinezen de grootste groep vormen. De westerlingen trekken in vale kleuren en korte pijpen en mouwen door de stad, de Chinezen, vooral de jonge vrouwen die oververtegenwoordigd zijn, gaan de straat op inkleurrijke gewaden of kraakheldere witte jurken, onberispelijk opgemaakt en gewapend met een telefoon aan een hengel om voortdurend selfies te nemen.
Vanwege het weer en de verwachting dat het minder ging worden vertrokken we vroeg in de middag op de fiets voor de 5 km naar het strand. De golven deden Noordzeeachtig aan en het water was lekker fris. Ook hier waren de Chinese toeristen goed vertegenwoordigd. Hele gezinnen waren er die gekleed in T-shirt en met hoedje op de zee in gingen tot hun enkels; de mannen met korte zwembroeken waarvan ze desalniettemin de pijpen omhoog hielden. Veel groepen vriendinnen, elegant gekleed die elkaar fotografeerden tegen de waterkant.
Vlak na onze terugkeer bij de homestay kwam Frans aan met de taxi, net op tijd voor het avondeten.
Toeristische oorden hebben een aantal voordelen. Je kunt er ander eten krijgen dan noedelsoep of rijst met groenten en je kunt er vooral cappucino krijgen. De klassieke koffie in Vietnam - die overal wordt gedronken aan tafeltjes buiten en meestal door groepen mannen op te kleine plastic stoeltjes- bestaat uit een laagje gecondenseerde melk waarop uit een metalen filter langzaam druppels loeisterke koffie vallen. Mierzoet vanwege de gecondenseerde melk en lauw omdat het 10 minuten duurt voor er een redelijk laagje koffie in het kopje zit.
De volgende morgen was ik om half zeven met Frans op fotosafari door de oude stad. Zelfs de overdekte Japanse brug was nog toeristenvrij en in de straatjes vooral vrouwen met driehoekshoedjes lopend of op de fiets. Het licht aan de waterkant waar de vroege zon door de dunne wolken probeerde te komen was zilverachtig. De markt met behalve groente en fruit ook nog spartelende vissen en aan elkaar gebonden harige bruine kippen was fascinerend.
Na het ontbijt zijn we op pakkenjacht gegaan, een populaire sport in Hoi An. Bij de kleermaker die door ons hotel was aageraden waar je i-pad kreeg om het model uit te kiezen, leken de meisjes vooral de opdracht te hebben gekregen zoveel mogelijk geld uit ons te kloppen. Buiten had een jongen die Wing heette ons er al voor gewaarschuwd en ons het bedrijf aangeraden waarmee hij natuurlijk familiebanden onderhield. Daar bij Ba Ri vonden we meteen de juiste sfeer. Er werd overal de maatgenomen, we mochten kiezen uit beduimelde boeken met foto’s van James Bond en Beckham, de meisjes gaven goede adviezen en de kashmir leek van goede kwaliteit en zeer betaalbaar. We werden snel en professioneel overal bemeten en we konden die avond al passen en de zending naar Nederland regelen.
De wolken hadden inmiddels Hoi An overgenomen en ook de volgende ochtend bij vertrek leek het te kunnen gaan regenen. We namen afscheid van de lieve familie en mr.Jim, de aan Gilles de la Tourette lijdende klusjesman en nachtwaker. Kleine club Gerrit weggetjes leidden ons de stad uit en door de suburbs van Danang voor we over de Drakenbrug het centrum bereikten en ons met duizenden brommers door de straatjes persten. Na de boulevard langs de zee volgde de klim van de dag. De weg kronkelde omhoog door het nationale park waarvan de bergen hier tot in de zee reiken tot op een kleine 500 meter. Niet ver onder de top maar vlak voor we de mist ingingen hebben we bij een prachtig uitzichtpunt noodles met groente gegeten bij een familie die heel blij was met onze klandizie en waar een puppy van een maand rondscharrelde.
Hier in het kleine Binh Anh hebben we vers zeevoer gegeten in een strandtent met Oldo, die uit Amsterdam is komen fietsen en inmiddels 14000 km heeft afgelegd. Op de terugweg kwam uit een open tent een enorm karaoke lawaai. Twee Fransen uit ons guesthouse riepen ons erbij en we hebben met de vietnamezen hun belangrijkste feest gevierd, het nieuwjaarsfeest dat dagen en vooral nachten duurt. Er wordt gegeten en veel gedronken, gedanst en natuurlijk Karaoke gezongen. Plan en ik deden Elvis en de dronken Vietnamezen werden sentimenteel omdat we hun feest leuk vonden.