Indochina 2018- 2: Hue - Luang Prabang

Indochina 2: Hue - Luang Prabang

Hue, 16-2-18

Vandaag hebben we In het hotel afscheid genomen van Plan die naar Hanoi ging vliegen vanmiddag en morgen terug gaat naar Amsterdam. Het was een rollercoasterervaring voor hem deze fietsvakantie. De indrukken van een nieuw werelddeel zijn overweldigend en de tijd die je krijgt om ze te verwerken als je cub Gerrit afstanden rijdt is erg beperkt. Je moet er van houden zoveel te fietsen en zoveel dagen achter elkaar en gelukkig heeft Plan een aantal rustdagen extra gepakt want hij is tot de conclusie gekomen dat 5 dagen achtereen fietsen en dan met een gemiddelde van meer dan 100 km per dag niet zijn ideale vakantie is. Hij had ook een duidelijke handicap in de vorm van zijn fiets die veruit de slechtste was van alle en die ook de meeste mankementen vertoonde met een achterwiel met speling en alle lekke banden. Gisteren tijdens ons middagritje zonder bagage rond Hue had hij de laatste.
Ik was met Frans in de vroege ochtend naar de indrukwekkende verboden stad van Hue, een gigantisch ommuurd complex met veel gebouwen nog in restauratie sinds de zware beschadigingentijdens de oorlog. Hue lag niet ver van dedemarkatielijn tussen noord en zuid en heeft veel van de oorlog te lijden gehad.
Terug in het hotel was Leon zojuist gearriveerd op de fiets van het vliegveld en hij besloot mee te gaan op de middagtrip langs de pagode en de verste tombe, die van Mang Minh. Zoveel fraaie gebouwen voor een dode keizer in erg fraai park met heuvels en waterpartijen. De laatste stop was bij de fietsenwinkel annex coffeeshop bij het station waar een jongen een aantal prachtige mountainbikes aan de muur had hangen. De derailleurproblemen werden snel en professinoneel verholpen - wondelijk dat je overal ter wereld dit soort gepassioneerde fietsliefhebbers hebt - de jongens konden uitstekende pompen kopen en voor Plan die na de laatste lekke band was teruggegaan en zijn eigen tochtje had gemaakt, had hij ook nog een fietsdoos en die kon hij de volgende dag ophalen.
We reden vanochtend langs kleine paadjes vol tempels met grote metalen kippen langs de brede parfumrivier naar de kust. Op een mooi stukje asfalt langs de kust reed de club Gerrit trein 30 per uur en verder leidde de tocht langs de zee waar we af en toe zicht op hadden door een duinlandschap gelardeerd met graven. Af en toe door dorpen klonk plots weer harde muziek met overstuurde valse zang in dit land van de Karaoke. Je ziet regelmatig op een erf,zelfs in de middle of nowhere, een aantal mensen tegenover een scherm zitten die enthousiast maar volkomen naast de toon meezinegen met Vietnamese hits. Hier moet werk zijn voor duizenden zangleraren.

Vietnamees (en Chinees) nieuwjaar is vandaag begonnen. Het jaar van de hond - ook mijn jaar - wordt ingeleid met vuurwerk en drakendansen. Niet alles is dicht maar het scheelt niet veel. Ook de restaurants en hotels die nog open zijn draaien met weinig personeel en karig aanbod. Bussen zijn allemaal vol want iedereen moet naar zijn geboortedorp om de voorouders te vereren. De meeste mensen hebben 10 dagen vakantie, van drie dagen ervoor tot een week erna.
De dag begon met een ontbijt in het Boutique resort toen de directeur plots binnenkwam om ons in het zonnetje te zetten als eerste gasten van het nieuwe jaar. We kregen traditioneel eten mee en er werd een fotosessie op een podium georganiseerd.
Daarna hebben we met enige weemoed afscheid genomen van zoon Nanne. Hij heeft een single entry en kan ons niet volgens als we morgen Laos ingaan. Hij gaat zelf nog een week in zijn eentje door vietnam reizen.
Niet alleen heeft hij ijzersterk gereden, hij was ook een fijne reisgenoot voor iedereen in de groep. Bovendien liet hij zien dat hij oplossingen kan vinden voor zich voordoende problemen en erg goed kan navigeren op zelf gedownloade apps op zijn telefoon. Het enige gunstige aan zijn vertrek is dat ik weer als eerste boven kom op hellingen, hoewel de vaderlijke trots als hij dat deed eigenlijk minstens zo’n goed gevoel gaf.
Het is jammer voor de zelfbenoemde vice voorzitter maar ik denk dat we de opvolging van het voorzitterschap als de tijd daar rijp voor is toch maar volgens het Noord-Koreanse model moeten regelen.
Vandaag zijn we naar het oosten gereden en hadden voor het eerst in Indochina de wind mee. In een hoog tempo reden we beurtelings op kop. Wat een heerlijke dag rijden, eerst vlak door het laagland van de kuststrook, daarna met korte klimmetjes als door Zuid-Limburg en uiteindelijk nog een flink stuk omhoog. De zon die ook gisteren weer uitbundig had geschenen verscheen na een uurtje fietsen door het dunne wolkendek en bleef verder de hele dag. Op de hoogste top was een tentje open waar ze zelfs cappuccino verkochten en de laatste 18 km gingen voornamelijk omlaag. Freewheelend kwamen we de grensplaats Lao Bao binnen.

Savannakhet, 19-2-2018

We zijn in twee dagen heel Laos overgestoken van west naar oost., 240 km, niet in drie gelijke stukken zoals gepland maar in twee waarvan de laatste ruim 160 km. Dat was heel goed te doen want de weg, die in oude reisverslagen als zeer slecht te boek stond, was dankzij een samenwerkingsverband met Japan in een nieuwe gladde asfaltweg getransformeerd. Bovendien hadden we nagenoeg het gehele parkoers wind mee en ging het slechts glooiend op en neer. Het enige wat het zwaar maakte was de middaghitte. In de vroege ochtend is het een graadje of 20 maar tegen 2 uur ‘s middags is de temperatuur tot boven de 35 graden opgelopen.
Zodra we de grens over waren waren we in een ander land. Dat klinkt wellicht als een open deur maar het verschil tussen Vietnam en Laos is aanmerkelijk groter dan dat tussen Nederland en Duitsland. De mondkapjes waren verdwenen en de helmen op de brommers, het landschap werd droger en minder spectaculair, al was de eerste etappe landschappelijk nog zeer de moeite waard. In de dorpen geen stenen huizen meer maar, zoals in Cambodja, houten huizen op palen. Eronder scholen gezinnen met kinderen die enthousiast Sabadee naar je roepen. Verder waren de mensen vriendelijk maar terughoudend en was communiceren vrijwel onmogelijk omdat ze behalve Lao geen taal machtig zijn en dan ook geen woord. Ook gebarentaal werkt veel minder dan in Vietnam en zelfs Cambodja waar het land wel veel overeeneenkomsten mee heeft. Ook hier donkere, wat teruggetrokken mensen die de branie en ook de nieuwsgierigheid van de Vietnamezen missen.
We waren na de eerste etappe na 80km in het dorp van bestemming, Muong Phin beland, waar maar liefst 4 guesthouses waren. De beste, iets voorbij het dorp had een restaurant en wifi. Dat merkten we pas laat in de avond bij toeval toen Frans, terugkerend van onze wandeling naar het “centrum” per ongeluk was doorgelopen. Het is niet goed om een plek voor de nacht te zoeken als je op het heetst van de dag binnenkomt. Je bent bezweet en vermoeid en wilt zo snel mogelijk douchen. Dan is de verkeerde keuze snel gemaakt.
Het grootste verschil met Cambodja is dat in Laos vrijwel alle dorpen een guesthouse hebben, of meerdere. We besloten in Muong Phin om direct naar Savannakhet door te rijden, een stad van iets meer dan 100.000 inwoners aan de Mekong en de grens met Thailand en daar een extra rustdag te pakken.
We zitten daar inmiddels in een prachtig koloniaal huis van meer dan honderd jaar oud dat vroeger van een Chinese koopman is geweest die hier in het kielzog van de Fransen zijn neergestreken aan het eind van de 19e eeuw. Nu wordt het gerund door een leuke lange Fransman, die hier zijn tweede leven met Laotiaanse vrouw is begonnen en er een prachtig gastenhuis van heeft gemaakt, compleet met buitendouche en van alle gemakken voorzien.
Gisterenavond zagen we de zon ondergaan in de Mekong en ervoeren we de prettige lethargie van de tropische avond. Voor vandaag is het enige concrete plan dat we de was gaan wegbrengen naar een zaakje om de hoek.

Thakhek,  21-2-2018

We hebben twee relaxte rustdagen gehad in het slaperige stadje Savannakhet aan de Mekong en daarmee aan de Thaise grens. Savannakhet zit nog vol oude Franse koloniale gebouwen aan de pleintjes en smalle straten vlak bij de rivier, in zeer diverse staten van onderhoud.
In een van die huizen, het huis van een chinese koopman uit 1910, heeft Nicolas, een fransman van haast 50 die hier zijn tweede leven is begonnen met zijn Laotiaanse vrouw, een paradijsje in wit en zachtblauw gecreeerd. Alle markiezen zorgvuldig geschilderd, een terrasje voor de deur en binnen prachtige kamers, stijlvolle badkamers en zelfs een buitendouche. Die was bij ons heel populair, ook vanwege de 35 graden die het hier in de middag wordt.
De eerste dag hadden we gepland de was weg te brengen en dat is gelukt. We vonden al snel de Pilgrims Inn als onze tweede huiskamer met geweldige keuken voor de ochtend en de avond en grote bakken cappuccino. Het enige verdere wat we die eerste dag gedaan hebben is een paar baantjes trekken in het plaatselijke zwembad, losjes aan een hotel verbonden, en zonnebrand gekocht in een winkel die op een drogisterij leek. Het meisje in de winkel had in Spanje gestudeerd en zelfs in Nederland gereisd en sprak niet alleen uitstekend Engels maar was ook nieuwsgierig en communicabel, hetgeen niet bepaald Laotiaanse karaktertrekken zijn. Als mensen hier je niet verstaan zijn ze bang om fouten te maken en antwoorden maar helemaal niet en kijken je zo schaapachtig aan dat je de indruk krijgt dat het percentage licht verstandelijk gehandicapten ver boven het wereldgemiddelde ligt. Als je eenmaal contact met ze hebt blijken de Laotianen echter aardige maar zeer bescheiden mensen te zijn.
De tweede rustdag was geen echte want we hebben maar liefst 35 km gefietst naar een eeuwenoude Stupa en een meertje in de buurt. In de avond was Nicolas Franse Chansons aan het karaoken en we hebben lustig meegedaan. Tombe la Neige van Adamo mag op mijn repertoire blijven en om het Nederlandse repertoire hier ook aan het volk bekend te maken hebben we ‘het dorp’, ‘bloed, zweet en tranen’ (moi) en Suzanne ( Leon) ten gehore gebracht.
De 115 kilometer van vandaag werden er 102 door een shortcut, die wel langs zanderige paadjes door de jungle leidde. Dat was meteen het meest enerverende deel van de tocht. De 11, inmiddels geheel geasfalteerd, bracht ons in snel tempo naar Takhek, ook zo’n slaperige Mekongplaats met Franse gebouwen, echter met veel meer westerse toeristen, die hier voornamelijk komen om op de motor de Takhekloop te gaan doen, een prachtige 400 km lange trip door de bossen en de bergen. En dat is ook precies wat wij gaan doen de komende dagen, maar dan op de fiets.

23-2-2018

Wereldfietsen is niet altijd leuk. Vooral de combinarie kou en regen, zaken die je niet snel met het land Laos associeert, kunnen roet in het eten gooien. De eerste dag gaat nog maar als je de volgende dag weer in de regen fietst en een steeds groter deel van je kleren is nat en niet droog te krijgen, wordt de situatie nijpend,
We waren in de vroege ochtend naar het oosten gereden en reden al snel langs prachtige grillige karstbergen en een groen jungledecor. Al na 10 kilometer begon het zacht te regenen maar niet veel later moesten we echt gaan schuilen, onder een afdak met wat kalkoenen en een motorrijder.
Ruim voor de klim van de dag begon de lucht te breken en we aten rond het middaguur bij een lokaal tentje lekkere rijst met groente. Eten in huisrestaurants langs de weg is haast altijd goed en de bediening leuk en vanzelsprekend, heel anders dan wanneer er naar westerse standdaards wordt gestreefd.
De klim met een hoogteverschil van 350 meter trok het kleine peleton ver uit elkaar. Na een pauze bovenop in het eerste dorp aan het stuwmeer vol dode bomen gingen we onderweg voor de laatste 23 kilometer in de richting van een steeds donkerdere lucht. Al snel ging het miezeren over in regenen en dat vervolgens weer in plenzen. Frans en ik - Leon reed ver voor- hebben nog getracht te schuilen onder te miezerige bomen alsof we dat jaren ervoor ook niet al in Oeganda vergeefs hadden uitgeprobeerd. Ook probeerden we busjes en pickuptrucks te bewegen ons mee te nemen maar uiteindelijk zijn we weer gaan rijden. Doorweekt kwamen we bij de herberg aan waar een bont gezelschap verbleef, de meeste op de brommer, een frele bejaard echtpaar en een groep luidruchtige Israelies, maar ook twee collega fietsers uit de Uk, Dawn en Claire, die van London naar Bakoe waren gefietst en nu naar zuidoost Azie waren gevlogen.
De regen bleef vallen tot niet ver voor zonsondergang het opklaarde. Met het vallen van de avond begon een indrukwekkend concert van kikkers en krekels.

Laksao,  23-2-2018

Waarom we om 7.45 uur vanochtend zijn vertrokken,onder een rustig lijkend wolkendek maar in de richting van een steeds dikker wordende zwarte streep aan de einder, weet ik niet meer maar 25 kilometer verder stonden we doornat te kleumen in een dorp waar een feest moest beginnen en de muziek alvast op volume te hard en overstuurd stond.
We reden door de regen langs een merkwaardig landschap waar een zich als een kankerzwel uitzaalend stuwmeer het bos heeft vernield en dat om die reden als toeristische attractie wordt uitgebaat. Na een korte stop en vergeefse pogingen tot communicatie met de bewoners reden we weer verder maar het ging alleen maar harder regenen. Een dorp verder leken de kansen beter en probeerden we bij een winkel van sinkel bestuurders van busjes of pickups te vragen ons naar Lak Sao te brengen, het belangrijkste dorp in de omgeving. De meeste reageerden echter op de typische Lao manier, door of net te doen of je er niet bent, een probleem dat zichzelf oplost als je het negeert of door al voor de vraag is gesteld ‘nee’ te zeggen. 
In Cambodja hedden we na twee keer ons hand op te hebben gehouden een busje geregeld en in Vietnam hadden we ook zo een oplossing gevonden maar hier in Laos lijkt dat onmogelijk. Er rijden geen bussen, geen taxis en het lijkt of de mensen de drive niet hebben of de ambitie om je te helpen of om zelf wat te verdienen.
Uiteindelijk hebben we in de winkel van sinkel plastieken poncho’s gekocht in de kleuren paars en groenen zijn we daarin verder gereden.
In Lak Sao hebben we Thais gegeten en er is een tourist office. Die wordt bemand door een mannetje dat geen Engels spreekt en ook geen gebarentaal. Toen duidelijk werd dat ook hier vervoer regelen er niet in zat zijn we naar het grootste hotel in het dorp gegaan. De receptioniste sprak ook geen Engels maar regelde snel kamers en onze vraag naar de wasgoedservice begreep ze meteen en bracht ons naar een hok boven met bovenladerwasmachine en centrifuge. Toen we onze natte kleren brachten was alles zo geregeld. Ze werden zelfs opgehangen aan de waslijnen.
Na de gouden race van Nuis zijn we naar het enige ‘echte’ restaurant in Lak Sao gegaan waar we al kennis hadden gemaakt met Lucky, een cliche van een nicht in een deken gehuld, die de bestellingen opnam. Ook Claire en Dawn die ook door de regen hadden gefietst zaten er en we besloten samen te eten. Van de bestellingen kwam echter maar de helft door en in een vreemde volgorde. Claire, die oud keepster van het Engelse nationale hockey-elftal bleek te zijn geweest, kreeg bovendien een bord vol paddestoelen waar ze een ernstige allergie voor heeft hetgeen ze had door gegeven.
We besloten in een lokaal tentje te gaan eten waar de noedelsoep prima was en op de markt kochten we flensjes van de plaat met chocola. Werd het toch nog gezellig.

Nahin,  24-2-2018

Net vakantie
Toen we vanochtend laat (half 10) vertrokken uit Lak Sao voor de easy 56 km naar Nahin brak de zon voor het eerst door de ochtendnevels heen. Het was nog te fris om direct zonder jasje te rijden. Links en rechts werd ook het zicht vrij op de hoge karstbergen langs de weg waar de nevels nog tegen aan hingen. De bergen waren zo steil dat er gedeelten kaal waren en de rode, witte of zwarte rots lieten zien maar waar het maar even mogelijk was had een dikke junglebegroeiing zich gevestigd. Vanwege de regen van de afgelopen dagen was alles fris en groen. De fotomomenten regen zich aaneen, ook vanwege de charmante dorpen met houten huizen en na een uur kon de jas eindelijk weer uit. Voor de lange afdaling naar 150 meter moesten we nog even aan de bak met een klim naar 600 meter maar met maar een stop bereikten we om kwart voor 1 ons hotel.
In de middag zijn we nog naar een waterval in de buurt gelopen. Het eerste stuk konden we fietsen maar de laatste 1500 meter ging door dik regenwoud, over rotsen, door beekjes, over steile paden waar je je langs dikke bomen moest worstelen of aan lianen moest vasthouden naar beneden maar vooral naar boven.
Toen we aankwamen verdween de zon achter de toppen van de berg en moesten we ons al opmaken voor de terugtocht, hoewel Frans de tarzantorso toch even te water liet en het water zelfs over hem heen liet kletteren.
Ondanks de middaginspanning lag de nadruk van de dag toch op de ochtendrit waarin Frans zich liet ontvallen: “net vakantie”.

Nahin,,   24-2-2018

Net vakantie
Toen we vanochtend laat (half 10) vertrokken uit Lak Sao voor de easy 56 km naar Nahin brak de zon voor het eerst door de ochtendnevels heen. Het was nog te fris om direct zonder jasje te rijden. Links en rechts werd ook het zicht vrij op de hoge karstbergen langs de weg waar de nevels nog tegen aan hingen. De bergen waren zo steil dat er gedeelten kaal waren en de rode, witte of zwarte rots lieten zien maar waar het maar even mogelijk was had een dikke junglebegroeiing zich gevestigd. Vanwege de regen van de afgelopen dagen was alles fris en groen. De fotomomenten regen zich aaneen, ook vanwege de charmante dorpen met houten huizen en na een uur kon de jas eindelijk weer uit. Voor de lange afdaling naar 150 meter moesten we nog even aan de bak met een klim naar 600 meter maar met maar een stop bereikten we om kwart voor 1 ons hotel.
In de middag zijn we nog naar een waterval in de buurt gelopen. Het eerste stuk konden we fietsen maar de laatste 1500 meter ging door dik regenwoud, over rotsen, door beekjes, over steile paden waar je je langs dikke bomen moest worstelen of aan lianen moest vasthouden naar beneden maar vooral naar boven.
Toen we aankwamen verdween de zon achter de toppen van de berg en moesten we ons al opmaken voor de terugtocht, hoewel Frans de tarzantorso toch even te water liet en het water zelfs over hem heen liet kletteren.
Ondanks de middaginspanning lag de nadruk van de dag toch op de ochtendrit waarin Frans zich liet ontvallen: “net vakantie”.

We hebben gisteren Leon uitgezwaaid die wonderlijk was bijgekomen van zijn plotse en hevige buikproblemen de dag ervoor. We waren heel blij toen hij op de voorgenomen rustdag weer aan het ontbijt verscheen, meeging naar de beroemdste tempel en de fietsenwinkel om een doos te regelen voor de terugreis. In het busje de dag ervoor en de hele verdere dag die hij op bed heeft doorgebracht zag het er anders uit.
Leon die ondanks de onwil van veel Laotiaanse serveersters thee bleef bestellen en krijgen - zelfs met verse gember erin - heeft het kleine peleton flink op de proef gesteld door telkens ongemerkt bij het kop overnemen de snelheid te verhogen naar boven de 30 km per uur tot we ook vals plat omhoog vol moesten gaan om hem bij te houden. Hij was echt in vorm en moest er met zijn grote lijf alleen bij de steilste stukken van af.
Vientiane was een goede plek om bij te tanken en te profiteren van de faciliteiten die ze daar voor de vele toeristen hebben, zoals goede koffie en ander eten dan noedelsoep of gebakken rijst. De relaxte sfeer in het centrum en, de interessante tempels hier en daar en de variatie aan cafe’s en de restaurants: we hebben er goed van geprofiteerd. Toch is het fijn om weer op de fiets te zitten en te komen waar de andere toeristen niet komen en enthousiast begroet te worden door de mensen in de afgelegen dorpen die je doorkruist. De backpackers die zich per openbaar vervoer verplaatsen lijken allemaal naar dezelfde plaatsen te gaan en zien onderweg allleen de highway vanuit de bus. Daarmee krijgen ze een heel ander Azie te zien dan wij.

On the road again na twee dagen Vientiane. Met een veerpont langs kleine en voor het eerst in Laos ook vele onverharde wegen. Alleen met Frans en dat geeft weer een heel andere groepsdynamiek. Eerst moesten we vandaag de stad uit en dat betekende tussen de duizenden brommers en de vele pickups die Laos rijk is - ondanks de armoede rijden er vele in een Toyota Linus met dubbele cabine - manouvreren, hoewel de hectiek van het verkeer hier van een ander kaliber is dan Vietnam of India. Men rijdt rustiger en vooral: men toetert niet.
Toen we na 20 kilometer de stad eenmaal achter ons hadden gelaten reden we over een onverharde weg toen een afslag ons omlaag naar de rivier bracht. De veerpont die al was vertrokken met een auto en wat brommers aan boord kwam toen hij ons zag direct terug om ons alsnog mee te nemen. 
Op de drie stops die we hebben gemaakt om te eten, te drinken of even wat water bij te tanken viel het ons op dat de mensen ten noorden van Vientiane veel communicabeler zijn dan in het zuiden. Ze spreken beter Engels of proberen het in ieder geval. De jonge vrouw die het cafe bestierde op 15 kilometer van de plek waar we nu zitten vroeg ons zelfs het hemd van het lijf. Een verademing. Laos wordt steeds leuker. 
De hitte wordt langzamerhand wel een factor om rekening mee te houden en dat doen we dan ook. We vertrekken zo vroeg als de ontbijttijden ons toestaan en proberen om rond twee uur wanneer het heetste punt van de dag is bereikt binnen te zijn. We begonnen vanochtend met 23 graden om 7.30 uur maar dat liep al snel op. Het laatste half uur reden we met 38 graden naar ons resort aan de rivier.
We zitten nu op een ongelooflijke plek op ons eten te wachten. We kijken voor ons op de rivier de Nam Lik een metertje of 20 onder ons. Ook vanuit onze bungalow en het balcon ervoor zien wij die rivier bruisend langs ons stromen tussen de grote ronde stenen. Ons kajakavontuur liep niet zo goed af. Na een paar honderd meter sloegen we om in het witte water van de stroomversnelling en verloren beide onze zonnebril. Gelukkig heb ik een spare en hadden we op het laatste moment besloten voor de zekerheid onze tasjes met camera, telefoon, paspoort etcetera maar aan de wal te laten.
Tot nu toe valt het wat betreft natuur nogal tegen in Indochina. Tot mijn verbazing was het aantal vogelsoorten dat we zagen in Rajasthan veel groter dan hier. Ook zagen we daar apen en antilopen. Hier vooral mussen en af en toe een duif. Wellicht komt daar hier verandering in. De omgeving is veelbelovend en we gaan met koplampjes achter de Franse Freek Vonk aan die we vanmiddag hebben ontmoet. Hij reist de hele wereld over om zoveel mogelijk soorten amfibieeen en reptielen te fotograferen. Hij moet ze daarbij eerst vangen en met blote hand en omdraaien op hun buik. We zagen indrukwekkende foto’s van hem met pythons, krokodillen en komodovaranen. Die komen hier niet voor. Ik reed een paar dagen geleden wel haast over een twee meter lange blauwgroene slang. Hij wist hem meteen te determineren.


Vang Vieng, 3-3-2018

Legendarische etappes worden gemaakt door bijzondere omstandigheden zoals pech, regen of extreem weer, maar vooral door een verkeerde inschatting over het te volgen traject. Als je het van te voren had geweten was de legendarische etappe er nooit gekomen en had je hem korter gemaakt of over een ander parkoers.
Nog altijd is de etappe van San Jose naar Constanza in de Dominicaanse republiek maatgevend voor de legendarische etappe een onmogelijkzanderig wegdek met groeven en kuilen - we hadden tot dan toe nooit zo’n weg meegemaakt - ging het omhoog van 400 naar 2400 meter. Ook spreken we graag over de regenetappe op de Gorillaberg of de pech-en-regenetappe in Brazilie die allebei in het donker eindigden.
Deze trip kwamen er een paar in de buurt voor de status legendarisch: die met de afdaling over de trappen in India, die met de onmogelijke klim naar Preah Vihear tempel, de jungletocht naar de gelijknamige stad en de 155 km van de bergen naar de kust met pech voor twee.
Gisteren reden we onverhard weg uit ons wondermooie jungleresort aan de rivier en gingen vervolgens een stukje over de 13, de grote weg naar het noorden. We hadden de dag ervoor leuk over onverharde wegen gereden door het laagland ten noorden van Vientiane en ik had gezien dat “maps me” een leuk klein weggetje aangaf naar Vang Vieng een stuk ten westen van de 13 dat al bij al nog een kortere weg betekende ook. We reden na 30 km een rood weggetje op dat steil naar beneden ging en kwamen onderweg geen andere verkeersdeelnemers tegen. Dat had een teken aan de wand moeten zijn want ook de veerpont bleek toen we hem hadden bereikt doelloos aan de kant te liggen. Wel konden we gemakkelijk door de rivier heen wadend de overkant bereiken. Daar vandaan liep de weg afwisselend steil omhoog en omlaag over een prachtig bergachtig gebied en bereikten we veel later dan verwacht na 44 km en vanaf de rivier na 9 km de weg en het eerste dorp waar we wat konden drinken.
We dachten met die weg het ergste te hebben gehad maar het bleek slechts net begonnen te zijn. De bergen werden hoger en zo ook de hellingen die we moesten bedwingen, de weg werd slechter tot er soms een paadje over bleef waar de rietstengels overhangend de weg begonnen te overwoekeren. En dan komt het moment dat je denkt dat het nooit meer ophoudt, dat je er nooit meer uitkomt en het wordt warmer en warmer tot je de zoveelste helling van boven de 12 procent opkruipt terwijl het zweet op je voorhoofd direct opdroogt in de brandende zon. Er komt nog een dorp met twee blote kindertjes in een teil en een kerk bovenop een heuvel en een dorp waarvan je denkt dat het in het dal moet zijn en waar twee huizen zijn en in een daarvan is een man een mand aan het vlechten. Maar daarna komt de langste klim en die duurt eindeloos en je staat op het punt de moed op te geven en dan pas eindelijk zie je het dal beneden liggen en besef je dat je ook deze dag gaat overleven.

Luang Prabang,   5-3-2018

Inmiddels zitten we weer (ik na Stung Treng, Savannakhet en Vientiane voor de vierde keer) aan de Mekong en hier in Luang Prabang betekent dat eten en drinken direct aan het water onder bomen of parasolletjes tegen de brandende zon bij 38 graden.
Wat een prachtige stad is dit al op het eerste gezicht met al zijn koloniale huizen aan tuinen vol bloeiende bomen.
Het was wel een tocht om hier te komen.
Gisterenochtend vertrokken we uit Vang Vieng over de tolbrug, een verzameling planken waar zelfs voetgangers voor moeten betalen. Er zat een plank los waardoor ik viel met de fiets, hetgeen de tolwachter op een flinke ochtendscheldkanonnade kwam te staan. 
We zaten aan de andere kant van de rivier bij de knorrige oude Engelsman Joe in zijn fijne Maylins Guesthouse, een verzameling huisjes met zicht op de bergen en de velden. Daar zijn ook de meeste attracties van Vang Vieng, in de karstbergen, zoals uitzichtpunten en natuurlijke zwembaden die hier allemaal Blue Lagoon heten. De backpackers van de andere kant van de rivier storten zich hier massaal op overdag en rijden er naar toe op gehuurd brommertje of liever nog per buggeycar, een soort skelter voor twee personen waar je een mondkapje in draagt vanwege het stof dat je veroorzaakt op de onverharde paden. Wij kozen voor de fiets en reden in 30 km naar een prachtig punt bovenop een karstberg, nou ja we moesten er een flink stuk voor klauteren ook, en naar de Blue lagoon 3 waar verschillende culturen zich tegelijkertijd in het water begaven. Twee moslim meisjes onder begeleiding gingen volledig gekleed en gehoofdoekt in een kano te water onder het slaken van wellustige kreetjes, drie Chinese meisjes lieten zich met zwemvesten aan in tubes drijven in het bad en dat deed ook een Italiaanse voornamelijk gekleed in tattoos; het lui heffen van haar armen onder haar nek zorgde ervoor dat een tepel half bloot kwam te liggen.
Behalve via de tolbrug is er ook een houten loopbrug waar je gratis naar de overkant kan. Aan de overkant ligt het Vang Vieng van de backpackers waar de straatjes voornamelijk worden bezet door reisbureautjes waar je een thrillsensatie tour kunt kopen of een buskaartje naar het volgende backpackersparadijs. De markt is klaarblijkelijk groot genoeg voor een stuk of 40 van deze bureautjes. Verder voornamelijk horeca, waaronder een goed Thais restaurant en de plek van een curieuze Duitse Thai die beide keukens combineert.
Het leukste stuk is eigenlijk het strand aan de overkant - onze kant - waar de locals en Aziatische toeristen volkomen gesegregeerd hun eigen feestjes vieren. Wij gingen er de laatste avond bijzitten toen een Thaise troubadour een concert gaf en merkte dat de segregatie heel eenvoudig was te doorbreken.
We besloten om de route om te gooien omdt we de tweede dag niet te laat in Luang Prabang wilden aankomen. Daarom maakten we de eerste dag zwaar om de tweede een makkie te hebben. Afgezien van het feit dat zelfs de tweede dag met maar 65 kilometer geen makkie was omdat we in het begin voortdurend omhoog en omlaag gingen met 12 procent zodat we voor 8 uur in de morgen de Cauberg en de Keutenberg al achter de kiezen hadden, was de eerste dag inderdaad zwaar. We reden de eerste helft van 61 kilometer naar Kasi over de glooiende 13 in een paar uur. Na een verplichte stop in Cafe Amazon waar de Cappuccino groots is en een lunch van wat anders dan noedelsoep vertrokken we rond twaalf uur voor het tweede stuk. Na 23 kilometer op 400 meter hoogte begon de klim van de dag en hij eindigde 12 kilometer verder op 1900 meter. Tussen kilometer 3 en 6 heb ik een stijging van 450 meter gemeten, een gemiddelde van 15 procent. Er waren een paar stukken waar het asfalt opeens ophield en er allerlei stenen op de weg lagen en het onverharde stuk voor de allerlaatste bocht ging met 18 procent omhoog. Wonderlijk dat je gewoon - zij het zeer langzaam - kan blijven rijden als je GPS annex hoogtemeter voortdurend 16 procent aangeeft. Op 1250 meter met nog een flink stuk te gaan werd er een sein gegeven dat de weg was afgesloten vanwege vallende stenen. Er stond een aantal busjes en pickups te wachten toen Frans aan kwam rijden die in een kilometer drie keer was gestopt om de oververhitting te bestrijden. Een pickup was bereid om ons tot de top mee te nemen. Echter binnen een paar kilometer bleek zijn motor het te begeven vanwege hetzelfde probleem als Frans had. 2,4 kilometer en 260 hoogtemeters onder de top waren we weer aangewezen op onze eigen motoren. Na de top ging het nog lang omhoog en omlaag met telkens weer akelige percentages tot we uiteindelijk in een lange en snelle afdaling naar ons overnachtingsdorp konden rijden. Niet ver voor de zonsondergang waren we binnen.

Nieuwe alinea
Share by: